Donderdag
Naarmate ik dichter bij het café kom, begin ik steeds meer te twijfelen. Als ik nu verhaal ga halen bij Mark en Josien, is de kans groot dat we ruzie krijgen. Dat is natuurlijk helemaal niet de manier om hem voor me te winnen. Als ik me onafhankelijk en sexy opstel, vindt hij me natuurlijk veel aantrekkelijker. En als Veilig Thuis ontdekt dat ik mijn kind van anderhalf ’s avonds alleen thuislaat, heb ik een probleem.
Gelukkig is het stil op straat. Bij het eerstvolgende stoplicht keer ik en draai om. Ik trap het gaspedaal flink in en dan… volgt er een flinke klap. Shit, ik dacht dat ik op een voorrangsweg reed en heb die auto van rechts absoluut niet zien aankomen. Ik zet mijn auto aan de kant en stap uit. De auto die ik heb geraakt staat midden op de weg. Ik open het portier en zie een hysterisch huilend jong meisje achter het stuur zitten.
„Misschien moet je je auto even wegzetten”, zeg ik vriendelijk. „Dit is nogal gevaarlijk.” Het meisje huilt nog harder en doet niets. Pas als ik haar schouder aanraak, kijkt ze woedend op.
„Au, mijn nek”, snikt ze. „En mijn hoofd. Ik heb zo’n pijn! Huuuuuuh. Je moet de politie bellen!” De politie? Dat kan wel eens uren gaan duren. Ik wil gewoon een schadeformulier invullen en dat naar de verzekeringsmaatschappij sturen. Om ons heen wordt getoeterd. Ik maak haar gordel los, duw haar voorzichtig naar de passagiersstoel en zet de auto aan de kant. Ik knip het licht aan. Ik zie niets aan haar, maar ze zit met haar ogen gesloten nog steeds te jammeren.
Dan wordt er op het raam getikt. Er staan twee agenten. Blijkbaar heeft iemand anders gebeld. Ik stap uit, leg uit dat ik dacht dat ik voorrang gaf, maar dat dit dus niet het geval was. „Ze heeft pijn in haar nek”, zeg ik. Tot mijn verbazing belt de één een ambulance. Wat? Zo hard reed ik helemaal niet. Maar ze willen geen enkel risico nemen, een whiplash kan veel ellende opleveren.
Terwijl de ene agent op de ambulance wacht, neemt de ander een verklaring af. „Volgens een getuige reed u te hard”, zegt de agent. „En wilt u hier even blazen?” Gelukkig heb ik niet gedronken. Het duurt minstens een uur, maar ik durf niet te zeggen dat mijn kind alleen thuis zit. Pas als er een proces-verbaal is opgemaakt, mag ik gaan. „Het kan zijn dat u strafrechtelijk wordt vervolgd”, zegt de agent nog. „Laten we hopen dat mevrouw er niets aan overhoudt.”
Ik kan me dat niet voorstellen, want mijn auto heeft alleen een beetje blikschade en die van haar zo te zien ook. Uiteindelijk rijd ik superlangzaam naar huis, waar ik Ella totaal overstuur met een ontzettend vieze poepluier aantref. Blijkbaar is ze al een hele tijd aan het huilen want haar gezichtje is kletsnat en heel warm. Ik voel me ontzettend schuldig. Waarom heb ik het huis verlaten? Het bracht me alleen ellende op.
Zaterdag
Mijn moeder gaat met Ella naar de geitenboerderij in het bos. „Waarom ga je niet even mee”, zegt ze. „Het is prachtig weer en de buitenlucht zal je goed doen. Je ziet erg bleek.” Maar ik weiger. Ik heb geen zin om tussen allemaal gelukkige gezinnetjes rond te moeten lopen. Ik besluit om even bij mijn zus langs te gaan. Zij kan me wellicht adviseren wat ik moet doen.
Mijn zus woont tegenwoordig in Ouderkerk in een schitterend vrijstaand huis. Ik voel me een tikkeltje jaloers als ik aanbel. Haar man Maarten was de behandelend arts van mijn vader. Maarten vond mij eerst leuk, maar ja, ik had natuurlijk alleen oog voor Mark. Als ik nu met Maarten was getrouwd, had ik hier kunnen wonen, in plaats van in een appartement boven mijn moeder.
Maarten doet open en kijkt verbaasd. Hij zegt dat Frederique aan het shoppen is met mijn nichtje en dat mijn neefje aan het voetballen is. „Ik zit dus in mijn eentje hier. Maar kom binnen. Wil je koffie? En waar is Ella?” Ik vertel hem dat ik met Frederique moet praten omdat ik diep in de problemen zit.
Ik vertel dat Linda mijn dochter van me probeert af te pakken en nu zelfs Veilig Thuis heeft gebeld. Dat ik 20.000 euro van een vriendin heb geleend en dat ik gisteren iemand heb aangereden omdat ik geen voorrang verleende. „Ik zag haar gewoon niet”, zeg ik spijtig. „Maar ze greep meteen naar haar nek. Denk je dat ik nu een strafblad krijg?”
Maarten loopt met me mee naar buiten om naar mijn auto te kijken. „Het is inderdaad geen diepe deuk”, concludeert hij. „Helaas zijn er ook mensen die dit soort incidenten misbruiken om flink wat verzekeringsgeld op te strijken. Maar goed, misschien heeft ze inderdaad whiplash. Ik zou het gewoon even afwachten, het is in elk geval geen reden om je kind kwijt te raken. En wat betreft Linda: kun je het niet goedmaken met haar?”
Als we weer binnen zijn, komt hij naast me op de bank zitten. „Ik vind het echt heel vervelend voor je”, zegt hij. „Maar ik denk inderdaad dat Frederique je hierin beter kan adviseren dan ik.” Hij kijkt zo lief naar me dat ik volschiet. De tranen stromen over mijn wangen en Maarten veegt ze voorzichtig weg. Hij slaat zijn armen stevig om me heen. En voor ik het weet zit ik te zoenen met de man van mijn zus.
© The Stringpoint Group
bron: de Telegraaf