Ik durfde toch niet aan de moeder van Mark midden in de supermarkt te vragen in welk ziekenhuis haar zoon verblijft. Dus ik appte Josien ’ik begreep dat Mark in het OLVG ligt, wat erg!’ En die vrouw is nog dommer dan ik dacht, want ze stuurde meteen terug dat haar man niet in het streekziekenhuis, maar in het Academisch ziekenhuis is opgenomen. Bingo.
Jamie heeft vandaag de auditie voor de soap waarvoor hij is gecast en is teleurgesteld dat ik niet met hem mee ga. Ik verzin een smoes over een nieuwe cliënt, maar die valt al helemaal niet in goede aarde, want blijkbaar is hij niet belangrijk genoeg. Zucht. Soms kan hij wel een klein beetje zeuren. Ik hoef toch niet continu voor hem klaar te staan?
Ik neem de metro naar het ziekenhuis. Ik heb geen idee op welke afdeling Mark ligt en hij überhaupt bezoek mag hebben, maar ik wil hem gewoon zien en laat me niet zomaar tegenhouden. Bij de balie vraag ik op welke afdeling hij ligt. Daar krijg ik te horen dat er maar één bezoeker per dag mag langskomen. Goed dat ik dus ’s morgens vroeg ben gegaan. En nadat ik gescreend ben, mag ik zowaar doorlopen.
Mark heeft een kamer voor zichzelf. Hij slaapt. Hij ziet er slecht uit. Het liefst zou ik hem knuffelen, maar uit angst voor besmetting blijf ik toch maar op afstand. Als ik zijn naam noem, opent hij zijn ogen. „Laura? Ben jij het? Wat fijn! Hoe kom jij hier?” Dan vertelt hij dat Josien nog helemaal niet op bezoek is geweest. Ze is verplicht om in het ziekenhuis een mondkapje te dragen en dat weigert ze.
O ja, ik was even vergeten dat Josien een wappie is. Maar wat erg dat ze dus zo’n corona-ontkenner is, dat ze dus zelfs weigert om haar eigen echtgenoot op te zoeken. Hij ziet alleen zijn moeder; ook zijn kinderen komen niet langs. Mijn hart breekt als ik hem zo breekbaar zie. Hij glimlacht als hij naar me kijkt. „Ik was heel ziek, maar nu niet meer hoor. Ik weet zeker dat ik binnenkort weer naar huis mag.”
Woensdag
Ik ben op weg naar het AMC, maar nu om Mark op te halen. Linda was dolblij dat ze een paar dagen op Ella mocht passen, dus ik heb een hotelkamer in Egmond aan Zee gehuurd en de auto van mijn moeder geleend. Als Mark het heel rustig aan zou doen, mocht hij naar huis. Ik heb Mark overgehaald om niets tegen Josien te zeggen zodat we een paar dagen met ons tweetjes zouden zijn. In de auto word ik gebeld door de productiemaatschappij die Jamie de rol in de nieuwe soap heeft gegeven. Ze vragen of ik morgen langs kan komen op hun kantoor om het contract door te nemen. „Eh, ik ben op weg naar de GGD”, lieg ik. „Ik ga me laten testen, want ik voel me niet zo lekker. Kunnen we het gesprek ook via Teams doen? Ja? Tot donderdag dan!” En dan ben ik in het ziekenhuis. Mark loopt voetje voor voetje met me mee naar de parkeergarage. Nu pas zie ik in levenden lijve wat corona met een mens kan doen. Hij is minstens vijf kilo afgevallen en ziet er doodmoe uit. Tijdens de hele rit naar Egmond slaapt hij. Pas als we bij het hotel zijn, doet hij zijn ogen weer open. En vervolgens kruipt hij in de hotelkamer weer in bed. Ik kijk naar hem. Was het wel zo’n goed idee om hem hiermee naar toe te nemen?
Donderdag
„Goedemorgen.” Ik word wakker van Marks stem en ruik een zeepgeur. Hè? Heeft hij gedoucht? Kan hij dat al? Zijn haar is nat, hij heeft zich overduidelijk geschoren en hij ziet er tien keer beter uit dan gisteren. „Ik heb geen klachten meer, dus nu kan ik je kussen”, zegt hij. Zijn warme tong glijdt naar binnen en streelt mijn mond. Hij trekt mijn slipje naar beneden en verkent met zijn vingers het gebied tussen mijn dijen. „Ik heb je gemist Mark”, kreun ik. „Ik dacht dat je een ander vriendinnetje had.” Hij schudt ontkennend zijn hoofd, trekt zijn joggingbroek en shirt uit en komt op me liggen. Ik voel hoe hij langzaam bij me naar binnen dringt en ik zucht. „Ook dit heb ik gemist, trouwens.” Hij trekt zich langzaam terug en dringt dan weer naar binnen terwijl ik mijn heupen omhoog duw. Ik hijg. Dit is zo anders dan met Jamie. Dit is geen seks, maar de liefde bedrijven. Ik ben zo gek op deze man. Als Mark voor mij zou gaan, zou ik de rest van mijn leven geen andere man meer hoeven. „Ik hou van je”, zeg ik. „Verlaat je vrouw”, wil ik er aan toevoegen en ik ben zo verstandig om dat niet te doen. Maar de tranen die over mijn wangen rollen als ik mijn orgasme voel naderen, kan ik helaas niet terug dringen. Pas als we nog een keer met elkaar gevrijd hebben, voel ik mijn maag knorren. „Laten we een ontbijtje bestellen”, zeg ik. Ik pak mijn telefoon. En dan zie ik het. Acht gemiste oproepen van Jamie en drie van de productiemaatschappij. Ik ben die hele afspraak vergeten. Straks zet Jamie me op straat. Maar… waar moet ik dan van leven?
© The Stringpoint Group

bron: de Telegraaf